Sigmar Polke

Eind jaren tachtig ontdekte Polke het ‘ordinaire’ kopiëren als een nieuwe manier om beelden te manipuleren. Hij ‘misbruikte’ het kopieerapparaat door afbeeldingen tijdens het kopiëren te bewegen en er zo nodig weer overheen te kopiëren. Zo ontstonden verstoorde en meerlagige beelden met een eigen dynamiek en verhaal. In Der erste Schnitt bijvoorbeeld lijkt het draadfiguurtje in gevecht met de structuren rechts. In Der zweite Fall roept de compilatie van verdraaide beeldfragmenten een dramatisch verhaal op. En voor Der dritte Stand (een verwijzing naar ‘het volk’) gebruikte Polke onder meer een 19e-eeuwse gravure over de nasleep van de Franse Revolutie. Met felle kleurbanen trekt hij de beelden bij elkaar.

Al kopiërend verrijkte Polke zo zijn eigen beeldtaal. In Kugelsichere Ferien, een kunstbijlage bij de Süddeutsche Zeitung die hetzelfde jaar verscheen, buitte hij de mogelijkheden volledig uit: door het kopiëren en herkopiëren van zijn eigen rastertekeningen, aanvankelijk gebaseerd op krantenrasters, vervormde hij het raster tot op verf lijkende druppels. Zo was de cirkel rond.