Marlene Dumas

Kaapstad Zuid-Afrika 1953, woont en werkt in Amsterdam

Black Drawings
1991-1992
111 tekeningen: inkt op papier, een stuk leisteen
totaal 230 x 295 cm
1992.MD.02

De tekeningen hangen in een blok van acht boven en veertien naast elkaar. In de linker benedenhoek hangt een grijs stuk leisteen in plaats van een tekening op papier. De tekeningen zijn met Oostindische inkt gemaakt. Het zijn portretten van zwarte mensen. Mannen en vrouwen door elkaar, ieder met een heel eigen gelaatsuitdrukking en haardracht. Sommigen dragen een hoofddeksel. De tekeningen lijken met een grote vaart gemaakt. Soms volstaan enkele streken om tot een karakteristiek portret te komen. De vervloeiende inkt geeft de hoofden vorm en expressiviteit. Naast meer uitgewerkte portretten zijn er ook enkele schematische en bijna abstracte ‘koppen’.

Marlene Dumas werd geboren in een tijd dat de politiek van de apartheid het leven in Zuid-Afrika nog volledig bepaalde. Als witte stond zij aan de bevoorrechte kant van de rassenscheiding, maar de absurditeit van deze situatie ontgaat haar niet. Haar afkeer van vooroordelen en stereotiepe indelingen (zoals naar ras of geslacht) heeft haar latere kunstenaarschap diepgaand beïnvloed.

De interpretaties van haar werk worden soms gestuurd door de titels of bijschriften. Maar met de titel Black Drawings vermijdt ze een expliciete identificatie van de geportretteerden. De Black Drawings lijken juist te illustreren hoe snel we een verzameling individuen alleen nog maar als groep herkennen. Het is moeilijk om de afzonderlijke gezichten in ons op te nemen en aan de hand van individuele kenmerken te onthouden. Dumas beschreef de close-ups in haar werk ooit als ‘beelden die intimiteit (of de illusie ervan) combineren met onbehaaglijkheid.’ Het is de onbehaaglijkheid van het stille staren en van de anonimiteit die wij hier voelen ten opzichte van zoveel paar ogen. Misschien dat daarom helemaal rechtsboven een klein wit meisje haar hand voor haar gezicht houdt. Mogelijk uit angst of schaamte voor een wereld waarin men elkaar eerder naar ‘soort’ of ‘type’ onderscheidt dan als individu weet te waarderen. Waarin men elkaar niet ziet als mens, maar indeelt in categorieën even vlak en grauw als het stuk leisteen linksonder.