Archief

Marlene Dumas

Name no Names

22 juni - 29 sep 2002
werk in collectie

De tentoonstelling Name no Names van Marlene Dumas is georganiseerd door het Centre Pompidou, Musée national d’art moderne en is na presentaties in Parijs en New York deze zomer in Tilburg te zien. Er wordt een ruim overzicht gegeven van Dumas’ werk op papier: bijna honderd tekeningen, collages en aquarellen vanaf het einde van de jaren zeventig tot 2002, waaronder ook de Black Drawings en Under the Volcano uit de collectie van De Pont. Aan de tentoonstelling zijn enkele schilderijen en de recente serie tekeningen Blindfolded toegevoegd. 

Tekeningen en aquarellen vormen een belangrijk deel van het werk van Marlene Dumas (Kaapstad 1953). Het zijn voornamelijk figuren en portretten die direct en trefzeker op het papier zijn neergezet. De tentoonstelling laat verschillende stijlen en technieken in het tekenen zien. Voor Dumas hebben deze rechtstreeks te maken met de onderwerpkeuze. In het vroege werk gebruikt zij dikwijls de collagetechniek, later wordt het werk meer expressionistisch en soms zelfs stripachtig. Vaak gaat het dan om spottende commentaren op de kunstkritiek en kanttekeningen bij het kunstenaarschap. Weer andere werken kenmerken zich door de vloeiende vormen van verdunde inkt en hun grote formaat.

Dumas levert met haar werk dikwijls een scherp commentaar op ingesleten rolpatronen en sociale verhoudingen. Zelf heeft zij tijdens haar jeugd in het door apartheid verdeelde Zuid-Afrika meegemaakt hoe mensen elkaar eerder als ‘soort’ dan als persoon wilden zien. In haar werk spreekt zij zich uit over dergelijke vooroordelen. De Black Drawings (1991-92) bestaan uit 111 afzonderlijke portretten. Dumas gaat hiermee in op stereotiepe indelingen naar ras en huidskleur, die geen ruimte laten voor individuele waardering.

Dumas’ eigen positie als vrouwelijk beeldend kunstenaar blijft in haar werk niet buiten beschouwing. De series Defining in the Negative (1988) en Strong Works (1990) leveren een commentaar op traditionele rollen van de vrouw als model, muze of minnares. Spottend geeft zij haar tekeningen bijschriften als ‘I won’t be hung upside down for Mr. Baselitz’ en ’I won’t sleep in Mr. Fischl’s bed’. Zij laat de vrouwen, die zich letterlijk aan voyeuristische blikken bloot geven, grijnzend en zelfbewust terugkijken (Dorothy D-lite en Under the Volcano 1998). Haar vrouwen zijn geen slachtoffers.

Ook de rol van de vrouw als moeder vormt het onderwerp voor tal van tekeningen, waarbij Dumas vaak met ironie en humor de keerzijde van het zorgeloze ideaalbeeld toont. Zelfs de baby’s zien er met hun onvolgroeide lichaamsvormen verontrustend uit (The Foetus Tree 1987-91 en Baby Eating Its Own Tail 1989). De tekeningen die de kunstenaar kort na de geboorte van haar kind heeft gemaakt, tonen vooral de weerloosheid van een pasgeboren baby.

Seksualiteit is een steeds weerkerend thema in haar werk. Recent maakte zij een reeks mannelijke naakten in pornografische voorstellingen (Pink Erection 1998, X-Plicit 1999 en Things Men Do 2001). De ‘expliciete’ naakten tonen echter ook een zekere kwetsbaarheid. Het werk van Dumas kenmerkt zich dikwijls door deze combinatie van directheid en intimiteit. Tekenen heeft voor haar meerdere en soms zelfs tegenstrijdige functies: het versterken of vergeten van de werkelijkheid.

Het meest recente werk in de tentoonstelling, Blindfolded 2002, bestaat uit een serie portretten van geblinddoekte Palestijnse mannen. Dumas heeft ze gemaakt in reactie op de wanhopige situatie in het Midden-Oosten en op de in de media almaar herhaalde beelden van vluchtelingen, gevangenen en slachtoffers. Voor een kunstenaar in wier werk de ogen, het kijken en het zien zo dikwijls centraal staan, vertegenwoordigt de blinddoek een grote vernedering. Iemand aan wie het zicht wordt afgenomen, wordt overgeleverd aan de zienswijze van anderen.

Tijdens de tentoonstelling wordt ook de documentaire film Miss Interpreted (1997) over Marlene Dumas vertoond. Regie: Rudolf Evenhuis en Joost Verhey. Produktie: MM Filmprodukties i.s.m. de Humanistische Omroep. Duur: 63 minuten.

De begeleidende catalogus bevat teksten (in Frans en Engels) van Jonas Storsve, conservator van het Cabinet d’Art Graphique en samensteller van de tentoonstelling, en van Marlene Dumas zelf.