Archief

Liedeke Kruk

Love at first sight

10 mei - 22 juni 2008

Behalve films en video-installaties heeft Liedeke Kruk (Dieren, 1959) in de afgelopen vijftien jaar ook een groot aantal foto’s gemaakt. Daarvan wordt nu een honderdtal tentoongesteld in de projectzaal; grote portretten van beeldend kunstenaars, kunstenaars uit andere disciplines, tentoonstellingsmakers en een enkele galeriehouder. De laatste foto’s zijn van zeer recente datum. De vroegste dateren uit het begin van de jaren negentig. Dat was het moment waarop Liedeke Kruk besloot om het fototoestel dat ze kort daarvóór had aangeschaft ter documentatie van haar eigen werk, voortaan te gebruiken om de kunstwereld in beeld te brengen.

Aanvankelijk fotografeerde Liedeke Kruk in zwart/wit. In 1994 kocht ze een polaroidcamera, sindsdien haar favoriete medium. Veel van de foto’s zijn gemaakt tijdens de opbouw van tentoonstellingen, openingen of de etentjes erna. Toch blijft het kunstbedrijf als zodanig bijna geheel buiten beeld. Ook wanneer een kunstenaar is geportretteerd bij een eigen werk lijkt de aanwezigheid van het kunstwerk eerder bij- dan hoofdzaak. Het documentaire aspect van de foto’s komt op de tweede plaats. Het is Liedeke Kruk om andere kwaliteiten te doen. Het belangrijkste criterium dat zij hanteert voor een geslaagd portret, is de authenticiteit ervan. In haar foto’s zal ze niet snel gebruikmaken van ensceneringen. Evenmin is zij erop uit om de ‘werkelijkheid’ te betrappen op het moment dat de gefotografeerde zich onbespied waant. Haar foto’s ontlenen hun zeggingskracht aan de relatie tussen fotograaf en model. De keuze voor de polaroid impliceert al dat zij zich tijdens het fotograferen dicht bij het model bevindt. Maar ook in figuurlijke zin is er sprake van nabijheid. In haar foto’s probeert Liedeke Kruk twee, schijnbaar tegengestelde kwaliteiten te verenigen: het blijvende van een betekenisvol portret en het kortstondige moment waarop de fotograaf die kwaliteit in de werkelijkheid herkent. Om het momentane van de eigen observatie te vangen, zet zij de technische onvolkomenheden van de polaroid in als expressief middel. De harde contrasten tussen licht en schaduw, overbelichting, de geringe doortekening en de ietwat smoezelige textuur zijn aangewend om het intieme en kwetsbare karakter van het vastgelegde moment te versterken. In haar foto’s komen het eigene van model, fotograaf en medium samen. Een dergelijke ontmoeting heeft alleen kans van slagen als alles van te voren open blijft.

Als de tentoonstelling iets laat zien dan is het wel dat het authentieke van een individu op verrassend veel verschillende manieren in beeld kan worden gebracht: niet alleen door kleding, een gezichtsuitdrukking, een houding of gebaar, maar ook door compositie en beelduitsnede, door licht en schaduw, scherpte en onscherpte, door de geportretteerde in close-up of juist in een specifieke omgeving te tonen en door het al dan niet zichtbare contact tussen fotograaf en model. Kruk maakt van al die middelen naast en door elkaar gebruik. Bij het binnengaan van de projectzaal is het alsof je in een driedimensionaal familiealbum stapt. De samenhang tussen de geportretteerden als groep speelt daarin een rol, evenals de duur van het project, dat daarmee ook de kwaliteit krijgt van een tijdsdocument. Maar het belangrijkst is de grote intimiteit die de foto’s uitstralen, ondanks hun monumentale formaten. En dat is het aandeel van de fotografe zelf, die ons telkens weer deelgenoot maakt van haar eigen blik.

De film Among Others, die Liedeke Kruk in 1995/2002 maakte, wordt gedurende deze tentoonstelling in het auditorium vertoond.