Archief
Isabelle Andriessen
DORM
18 september 2021 - 6 februari 2022
De Pont museum opent het nieuwe seizoen met de tentoonstelling DORM van de Nederlandse kunstenaar Isabelle Andriessen (1986). DORM bestaat uit een reeks nieuwe sculpturen waarvan de verschijningsvorm gedurende de tentoonstelling zal veranderen. Doordat Andriessen materialen gebruikt die reageren op elkaar en op de omgeving is haar werk voortdurend in beweging. Met behulp van elektriciteit, koeling en chemicaliën laat ze haar beelden 'zweten', lekken en kristalliseren alsof het acteurs zijn met een eigen script. Zo ontstaan er sculpturen met een autonoom gedrag waarop de toeschouwer – maar uiteindelijk ook de kunstenaar zelf – langzaam maar zeker grip verliest.
Speciaal voor De Pont ontwikkelde Andriessen sculpturen waarin organisch ogende vormen zich vermengen met industriële en architectonische vormen. Ze verwijzen zowel naar de oorspronkelijke locatie van De Pont – als voormalige wolspinnerij – als ook naar een grimmige toekomst. De titel DORM refereert aan een ruimte maar ook aan iets dat slaapt en op een onbewaakt moment wakker kan worden.
Andriessen heeft van meet af aan een unieke visie op sculptuur. Gedreven door de vraag wat er gebeurt met de synthetische materialen die de mens achterlaat, formuleert zij een sculpturaal narratief waarin deze materialen een eigen 'agency' hebben of zich met levend materiaal mengen. Hebben we er dan nog controle over? Of kunnen die materialen zich dan ook tegen ons keren? Andriessen laat zich inspireren door wetenschap, wetenschappelijke speculaties en sciencefiction. Maar in een wereld waarin microplastics al ongemerkt onder onze huid kruipen, is die werkelijkheid vaak dichterbij dan je denkt. Precies dat besef veroorzaakt een unheimisch gevoel, dat in deze sculpturen gestalte krijgt.
Met de werken in DORM gaat Andriessen nog een stap verder. Ze probeert de beelden niet alleen een zekere levensvatbaarheid te geven, zodat ze zich in de tentoonstellingsruimte tonen als performers in een theater, maar ze sluit ze aan op gesloten leidingsystemen die de werken voeden en activeren.
Ook in de werken zelf – vervaardigd uit keramiek, aluminium en epoxy – toont Andriessen een nieuwe stap. De vormen refereren aan industrie en architectuur, en zijn deels geïnspireerd op de weefmachines uit de voormalige wolspinnerij. Zo suggereren drie rubberzwarte 'beugels' een soort mechanische aandrijving, terwijl ze uitmonden in welvingen die zowel doen denken aan prehistorische vondsten als aan motoronderdelen van auto's of machines. Een andere serie bestaat uit minimalistische structuren in een – even aantrekkelijk als afstotelijk – kneedbaar ogend wasgeel glazuur. Het zouden afvoerputten kunnen zijn, of rioleringen; ze zijn bezet met grillige, lobbige vormen waarvan niet duidelijk is of ze eruit voortkomen of er juist bezit van nemen.
Andriessen is geïnteresseerd in onzichtbare netwerken waarin identiteit, ook die van materialen, een vloeibaar begrip is en de mens maar een heel kleine schakel. Op de tentoonstelling, als de beelden zijn gevuld met chemicaliën en zijn aangesloten op de verschillende systemen, raken de materialen meer en meer afhankelijk van elkaar en van de omgeving. De beelden zullen 'zweten' en druppen en langzaam, heel langzaam, zullen er kristallen door de poreuze huid naar boven komen. Als toeschouwer ben je getuige van dat proces, maar, paradoxaal genoeg kun je de ontwikkeling met het blote oog niet zien. De voortdurende transformatie van de kunstwerken staat op gespannen voet met de conserverende taak van een museum. Want, kun je een beeld dat zich blijft ontwikkelen wel bewaren? Kan je die ontwikkeling ook voorspellen? En, ook interessant: is die verandering van invloed op de waarde van het beeld? Prikkelende vragen waarmee je dit letterlijk dynamische oeuvre ook zou kunnen opvatten als kritiek op een museumcollectie.
Bekijk hier de video met Isabelle Andriessen over deze tentoonstelling.
De werken in de tentoonstelling zijn mede mogelijk gemaakt dankzij de ondersteuning van Mondriaan Fonds, Amsterdams Fonds voor de Kunst en het Niemeijer Fonds.