Archief

Anton Henning

Surpassing Surplus

14 sep 2002 - 12 jan 2003
werk in collectie

Van Anton Henning (Berlijn 1964) is in Nederland nog maar weinig te zien geweest. Toch neemt de internationale belangstelling voor zijn schilderijen en installaties de laatste tijd sterk toe. Henning wordt beschouwd als een vooraanstaand vertegenwoordiger van een generatie kunstenaars in Duitsland die, na gearriveerde grootheden als Richter, Polke en Baselitz, de schilderkunst weer met nieuw elan tegemoet treedt. Dit betekent niet dat hij zich opstandig afzet tegen zijn oudere collega’s, maar wel dat hij de vrijheid neemt om zich hier eigenzinnig tegenover op te stellen. Deze opstelling kenmerkt zich door een grote vitaliteit en een haast eclectisch gebruik van allerlei voorstellingen, motieven en citaten.

Voor De Pont vormt het werk van Henning een bijzondere aanvulling op een aantal uitgesproken posities in de schilderkunst zoals die inmiddels in de collectie vertegenwoordigd zijn.

Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus met een tekst van Dominic van den Boogerd.

Surpassing Surplus is als een staalkaart van de overdadige mogelijkheden die nog altijd door de schilderkunst geboden worden. Anton Henning lijkt deze mogelijkheden met geestdrift naar zijn hand te zetten in een grote verscheidenheid aan onderwerpen. In 1998 en 1999 toonde hij in de reizende tentoonstelling Too much of a good thing… al de diversiteit van zijn werk, waarin bijna alle technieken en disciplines aan bod komen; schilderijen, tekeningen, foto’s, collages, objecten en installaties. Abstractie en figuratie wisselen elkaar af en lopen soms letterlijk in elkaar over. Bloemstillevens worden zwierige arabesken, interieurs zijn geschilderd in uitbundige kleurvlakken, landschappen en naakten zijn ouderwets realistisch en hebben tegelijk Hennings onmiskenbare handschrift en kleurrijke patronen. Dikwijls schildert hij meerdere versies van een voorstelling of laat hij bepaalde voorstellingen terugkomen als een schilderij-in-een-schilderij. Een vaak gebruikt motief is de ‘Hennling’; een sierlijke propeller-vorm die op veel schilderijen te zien is als object, decoratie of als sierraad. Het is als een stempel waarmee een typische Anton Henning-voorstelling wordt gekeurmerkt.

Veel van Hennings schilderijen refereren aan het werk van andere kunstenaars. De fascinatie voor de negentiende-eeuwse schilder Gustave Courbet zien we onder meer in het werk La Rencontre (1996) en Interieur No. 83 (2001) is een vrije variatie op de slaapkamer van Van Gogh. Behalve in de ‘officiële’ kunstgeschiedenis vindt Henning zijn voorbeelden ook in foto’s van Duitse naturistenverenigingen (Tanz , 2001 en Spiel, 2001) en zijn geschilderde Pin-ups doen denken aan de ‘kitschschilderijen’ van Francis Picabia. Hij gebruikt dergelijke verwijzingen welbewust en met milde ironie. Mein Vater, mein Richter (1994) en Polke-Würstchen auf Palermo-Tischdecke (1993) zijn speelse beeldcitaten naar drie van zijn beroemde collega’s. Polkes befaamde schilderij Höhere Wesen befahlen … (1968) wordt bij Henning een gedeeltelijk overschilderd Van Gogh-portret: Befehl ist Befehl (1998). Toch gaat het hem niet om schilderkunstige ‘practical jokes’, maar veeleer om het plezier van het schilderen zelf. Dit valt duidelijk aan het werk af te lezen. Kleur en lijnvoering verraden een vaardig handschrift en vormen de essentie van het werk. Met name in de abstracte schilderijen (Interieurs) bereikt Henning fascinerende resultaten met zijn composities van kronkelende kleurbanen en wervelende patronen die ‘trompe -l’oeil’ geschilderd lijken. Met hun draaikolk-patronen roepen de schilderijen psychedelische ‘jaren zeventig’interieurs in herinnering en vormen een geheel eigen ruimte vol kleur en beweging.

Deze zinsbegoocheling wordt evenzo ervaren in de lounges; kamers die geheel door Henning zijn ingericht en aangekleed met tapijt, behang, meubilair en schilderijen. Hij heeft in de afgelopen jaren al verschillende van deze lounges gemaakt. De lounge is niet alleen een complete ruimtelijke omlijsting voor zijn schilderijen, maar figureert tevens als ‘modern interieur’ in tal van Hennings voorstellingen. Dat leidt tot een wonderlijke wisselwerking. Ook in De Pont bouwt Anton Henning een lounge als een eigentijds ‘Gesamtkunstwerk’. Het is een ruimtelijke vertaling van zijn schilderijen; kleurrijk, sensueel en lichtelijk ‘over the top’.