Archief

Anish Kapoor

11 maart - 2 juli 1995
werk in collectie

Begin jaren tachtig deed Anish Kapoor voor het eerst van zich spreken als lid van de nieuwe generatie Britse beeldhouwers. Deze groep kunstenaars, waartoe ook Tony Cragg, Richard Deacon en Bill Woodrow behoorden, viel op door hun poëtische en intuïtieve benadering van de beeldhouwkunst. In 1982 begon Kapoor internationale erkenning te verwerven, deels door zijn deelname aan de 'Aperto' in Venetië. Zijn werk was in 1983 voor het eerst in Nederland te zien bij 't Venster in Rotterdam. In 1990 vertegenwoordigde Anish Kapoor Groot-Brittannië op de Biënnale van Venetië en een jaar later kreeg hij de prestigieuze Turner Prize.

In 1992 verwierf De Pont een werk van Kapoor: een ruimte die volledig is bedekt met blauw pigment, waarin zich een bol bevindt die ook is bedekt met het pigment. Pas na enkele seconden ziet de toeschouwer deze enorme ronde vorm (diameter 240 cm) die opdoemt uit het uniforme blauw van de ruimte en daarin lijkt te zweven. De Pont herbergt ook een werk dat 'Void' wordt genoemd. Het is een langdurige bruikleen van de kunstenaar en bestaat uit een hoge, volledig witte ruimte met een donkere, ronde stip op de vloer. Bij nadere bestudering ontdekt de toeschouwer dat de stip zich niet op de vloer bevindt, maar dat het een opening is in de vloer, een schijnbaar bodemloos gat. In 1992 maakte Kapoor twee soortgelijke werken, die hij 'Descent into Limbo' heeft genoemd. Het zijn grotere variaties op het werk in Tilburg, elk met hun eigen architectonische omgeving. Op Documenta IX in Kassel ging het om een simpel paviljoen van beton, bedoeld als tijdelijke constructie, maar voor Expo '92 in Sevilla werd een echt bouwwerk (circa tien meter hoog) opgericht, dat een vaste plaats kreeg op de Expo-locatie.

De 'void' of 'lege ruimte', als metafoor voor het onbekende dat desalniettemin een veronderstelde aanwezigheid bezit, is een centraal thema voor Kapoor. Opmerkelijk genoeg heeft een deel van zijn werk juist een grote fysieke aanwezigheid. Vooral de afgelopen jaren heeft hij vaak enorme stenen gebruikt die aan de buitenkant ruw zijn gelaten, maar waaraan hij een 'innerlijke ruimte' heeft gegeven die zo perfect glad is gemaakt dat deze immaterieel oogt.
Kleur is een essentieel onderdeel van Kapoors werk. In veel van zijn werken past hij intense, verzadigde kleuren toe die licht lijken te absorberen en daardoor vaak ongewone optische effecten veroorzaken. Bij De Pont toont de kunstenaar voor het eerst een aantal werken zonder kleur: met hout heeft hij rechthoekige, volledig witte ruimten gemaakt die aan weerszijden van openingen zijn voorzien. Omdat de binnenkant volkomen glad is, wordt het oog van de toeschouwer door niets anders 'getrokken' dan de opening aan de andere kant van de 'box'. Het effect is heel eigenaardig: de andere kant bevindt zich ogenschijnlijk niet voor, maar achter de toeschouwers, die lijken te zijn verdwenen uit hun eigen gezichtsveld.