Archief
Geen Chinese kunstenaar is zo bekend als Ai Weiwei (Beijing, 1957). Die roem dankt hij niet alleen aan zijn kunst, maar ook aan zijn strijd voor meer politieke en maatschappelijke vrijheid. De expositie in De Pont toont werk uit de jaren 2003-2011 en omvat naast een aantal grote sculpturen, zijn bijna volledige videowerk.
Beeldend kunstenaar, architect en vormgever, curator, fervent gebruiker van sociale media en luis in de pels; Ai Weiwei’s opvatting van het kunstenaarschap is zeer breed. De sociale component van zijn werk roept herinneringen op aan het ‘erweiterter Kunstbegriff’ van Joseph Beuys. Zelf noemt hij Andy Warhol en Marcel Duchamp als belangrijke voorbeelden. ‘Tot ik Duchamp ontdekte had ik er geen idee van dat kunst een manier van leven kon zijn.’ zegt hij in een interview uit 2008 met Karen Smith. ‘Het was mijn redding en het maakte direct een eind aan mijn geworstel. Ik begreep [...] dat kunst een gebaar kon zijn, en dat een gebaar iedere vorm kan krijgen die de kunstenaar wil. Dat kan een schilderij zijn maar ook iets totaal anders.’
Ai Weiwei ziet kunst als middel om veranderingen te forceren, als kans om nieuwe vragen te stellen en ruimte te scheppen voor nieuwe mogelijkheden. In het uit 2003 daterende Forever, het vroegste werk op de tentoonstelling, vormen 42 op- en aan elkaar gelaste fietsen radertjes in een carrousel. Los zouden ze niet kunnen functioneren: ze missen trappers en stuur. De installatie dankt zijn titel aan het op de frames aangebrachte merk van dit in China tot voor kort nog zo massaal gebruikte vervoermiddel. Behalve een commentaar op de sociale situatie in zijn land, houdt het werk ongetwijfeld ook een verwijzing in naar Duchamps beroemde readymade. Ook in zijn overige werk maakt Ai Weiwei veelvuldig gebruik van het principe van de readymade en eigent zich bestaande objecten toe. Niet alleen in dit opzicht, ook in zijn commentaar op de eigen culturele traditie treedt hij in de voetsporen van Duchamp. Daarin is hij rigoureus en hard. Nam Marcel Duchamp een reproductie van de Mona Lisa, Ai Weiwei maakt van echte kunstobjecten gebruik. In zijn bekende, uit 1995 daterende fotoserie Dropping a Han Dynasty Urn laat hij een eeuwenoude vaas stuk vallen en in Painted Vases (2006) doopt hij oeroude potten in fel gekleurde lakverf. In even simpele als onomkeerbare daden rekent hij af met de manier waarop in het heden en recente verleden is omgegaan met de eigen culturele traditie. In andere werken stelt hij de authenticiteit van die traditie zelf aan de orde. Om de weg te effenen voor het nieuwe moet je in zijn visie ook kunnen vernietigen, het oude uit de weg ruimen.
Net als Jeff Koons - maar met een totaal andere lading - schakelt Ai Weiwei getalenteerde ambachtslieden in voor de vervaardiging van zijn objecten. Zij hebben de traditionele houtverbindingen gemaakt, waarmee de verweerde stukken hout van kamferbomen zijn geassembleerd in de wat luguber ogende Trees (2009-2010). Zij leverden ook een tour de force met de grote, witporseleinen en blauwafgebiesde Rocks (2009-2010), die als kunstmatige eilanden verspreid op de vloer liggen. In plaats van Chinoiseries realiseert Ai Weiwei met behulp van deze ‘typisch Chinese’ technieken vervreemdende en tegelijkertijd oogstrelende werken, die ingesleten noties over cultuur en de eraan toegekende waarden en betekenissen tarten.
De paradoxen die Ai Weiwei in zijn kunst aan het licht brengt, treden misschien wel het sterkst naar voren in zijn Sunflower Seeds. Het is het werk waarmee hij, toen hij het in 2010 voor het eerst toonde in de grote turbinehal van Tate Modern, beroemd werd bij het grote publiek en waarvan nu twee kleinere varianten in De Pont te zien zijn. De zonnepitten hebben meerdere betekenissen voor het Chinese volk. Ze dienen niet alleen als voedsel, maar hadden tijdens de culturele revolutie ook een symbolische lading. Nadat Mao Zedong zich de zon als persoonlijk symbool had toegeëigend, werd het Chinese volk vergeleken met zonnebloemen, die vol bewondering opkeken naar de grote roerganger. De duizenden zaden, die op de tentoonstelling versmelten tot een grijs tapijt, zijn echter van porselein. Dat gegeven roept nog een beeld op: dat van 1600 arbeiders in Jingdezhen, de porseleinhoofdstad van China, die een jaar lang elk van de 100-miljoen vormpjes van roomwit porselein in hun hand hebben genomen en er met een paar grijze penseellijntjes zonnebloempitten van hebben gemaakt.
In zijn video’s en de blog, waarop hij van 2006 tot 2009 talrijke teksten en foto’s heeft gepubliceerd, heeft Ai Weiwei zeer uiteenlopende kwesties op cultureel, politiek en maatschappelijk gebied aangeboord en misstanden aan de kaak gesteld. Zo zocht hij de grenzen op van wat het bewind aan kritiek kon verdragen.
In 2011 werd hij in China gearresteerd, officieel vanwege belastingontduiking. Pas in de zomer van 2015 kreeg Ai Weiwei na vier jaar zijn paspoort terug en kon hij weer naar het buitenland reizen.
Bekijk hier de foto's van de tentoonsteling.