Met uitgestrekte panorama’s van de Amerikaanse Westkust blies Hans Broek (Veenendaal, 1965) 25 jaar geleden het landschapsschilderij nieuw leven in. Daarvan zijn in de collectie van De Pont diverse voorbeelden te vinden. In de tentoonstelling The Things I Used To Do speelt het landschap opnieuw een belangrijke rol. Maar in plaats van de witgepleisterde stadsvilla’s van Los Angeles zien we nu forten, kerkers, celdeuren en huizen van plantagebezitters langs de kusten aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Ze figureren als stille getuigen van het Nederlandse slavernijverleden. Broek raakte door dat verleden geïntrigeerd in de tijd dat hij in Amerika woonde en de kloof tussen de witte en de Afro-Amerikaanse bevolking dagelijks ervoer. Hij verdiepte zich in de geschiedenis van de slavernij en reisde naar Ghana, Senegal, Suriname en Curaçao. Als nazaat van een zeventiende-eeuws bestuurslid van de admiraliteit – die nauw met de slavenhandel was verbonden – voelde hij zich persoonlijk betrokken bij een van de pijnlijkste momenten uit de Nederlandse geschiedenis.
In deze omvangrijke serie schilderijen grijpt Broek terug naar de meer expressionistische stijl van zijn vroege werk. De verf voelt zwaar en drukkend – zelfs het sprankelende licht ontkomt daar niet aan. Dat gevoel wordt versterkt door teksten met data en plaats delict. Zo confronteren de vaak immense doeken ons met een duister verleden, waarbij ze tegelijkertijd als land- en als geheugenkaarten fungeren.
Beluister en bekijk hier de podcast van Richard Kofi, in gesprek met Hans Broek.