Thomas Schütte

1954, woont en werkt in Düsseldorf

Großer Respekt (1994) van Thomas Schütte lijkt op een model voor een openbaar plein, waar in het midden een groot monument moet worden opgericht. Het beeld doet denken aan de bekende Burgers van Calais van Rodin, maar vergeleken met diens tragische figuren zijn de mannen die Schütte ‘voorstelt’ eerder tragikomisch. Aan elkaar vastgebonden, staan ze met hun voeten in een tot de rand gevuld bassin. Hun armen maken loze gebaren, naar een publiek dat niet de minste aandacht aan hen schenkt.

Schütte’s werk is vaak geestig of ironisch, maar heeft ook een melancholieke kant. Een terugkerend thema in zijn werk is de schijnbare onmogelijkheid om in onze tijd nog een beeld te maken dat een voor iedereen begrijpelijke en wezenlijke betekenis heeft. Schütte werd oorspronkelijk opgeleid als schilder. Op zoek naar een directere relatie tussen de kunst en de werkelijkheid, experimenteerde hij van aanvang af met alternatieve manieren om zijn werk te exposeren. Het ophangen van zijn schilderijen aan de muur van een museum leek hem nooit voldoende.

Hij begon al vroeg met het maken van architectuurmodellen die als beelden in een museum of tentoonstellingsruimte werden geplaatst, maar zich – als gedachtemodel en als model voor een andere ruimte – aan de besloten wereld van de kunst onttrokken. In de architectuur van die ontwerpen drukt hij het verlangen naar communicatie óf juist het pijnlijke gebrek daaraan uit, waarbij hij de manier waarop dat contact kan verlopen vaak op geestige wijze formaliseert.

Hij heeft eens gezegd dat het concept van verbetering van de wereld voor hem interessant blijft. Deze uitspraak maakt iets duidelijk over hemzelf, maar ook over het dilemma van bijna alle kunstenaars van zijn generatie. De functie die de kunst ooit vervulde ter verfraaiing van de openbare ruimte of als gedenkteken, is minder vanzelfsprekend geworden. Voor een deel is deze ‘terugtocht’ uit het openbare leven door de kunstenaars zelf in gang gezet, maar hij is hoe dan ook symptomatisch voor het gemis aan collectieve idealen en doeleinden.

Een aantal kleinere werken van Thomas Schütte draagt als gemeenschappelijke titel United Enemies (Verenigde vijanden). Op een pvc-buis die als sokkel dienst doet, zijn steeds twee mannetjes, aan elkaar vastgebonden en gekleed in kleurige lappen, onder een glazen stolp te kijk gezet. De koppen lijken karakterstudies in de traditie van Daumier: genadeloos, maar toch van liefdevolle aandacht voor de menselijke soort vervuld. In hun groteske gelaatstrekken zijn gemakkelijk woede, uitgekooktheid en wederzijds wantrouwen te lezen – én het soort belangen dat deze bozeriken wellicht desondanks aan elkaar verplicht. Maar je weet het bij Schütte nooit. Voor hetzelfde geld zijn het vrienden, verenigd in de naam van het woord, maar evenzeer verdeeld door eigen plannen en ambities.

Meer informatie is te vinden op de website van Thomas Schütte.