Thierry De Cordier

Oudenaarde België 1954, woont en werkt in Oostende

Veldstudio (observatorium voor de studie van het landschap)
1995
hout, metaal, glas
273 x 103 x 182 cm
1995.TdC.04

Thierry De Cordier kiest welbewust voor het isolement om zich te kunnen concentreren op zijn eigenzinnige wereldbeschouwingen waarvan hij in beeld en geschrift verslag doet. Het beschouwen en het creëren zijn voor het kunstenaarschap van De Cordier twee nauw verwante bezigheden. Zijn beelden en tekeningen kunnen -soms letterlijk- worden gelezen als verslagen van observaties, overdenkingen en commentaren. Het landschap en de tuin spelen hierin een belangrijke rol als panorama en voedingsbodem voor zijn gedachtewereld. Het (Vlaamse) landschap en zijn groentetuin zijn voor De Cordier werkterrein, onderwerp en inspiratiebron tegelijkertijd. Dit is niet het afgelegen territorium van een wereldvreemde zonderling, maar een observatiepost vanwaaruit hij in rust en afzondering de wereld kan overdenken en tot harmonie met de natuur kan komen. En dit niet vanuit een nostalgische romantiek, maar wel vanuit een continue reflectie op hoe hij zich tot de kunst, de natuur, zijn omgeving en de wereld wil en kan verhouden. In tal van tekeningen betoont hij de natuur zijn respect en verbondenheid (Zelfportret als regenworm 1983-85, Ik sta vóór een aardappelveld…1995 en Ik ben een peer! 1997). In andere werken toont hij zich de aandachtige observator en verslaglegger (Écritoire 1988, Plan de jardin 1988-89, Brieven uit Schorisse 1991 en Studiolo in de bomen 1991). De Veldstudio is, zoals de volledige titel aangeeft, een observatorium voor de studie van het landschap. Het is verwant aan de Studiolo (een boomhut gemaakt van de stuurcabine van een hijskraan) als een observatiepost vanwaaruit de omgeving kan worden bestudeerd. De grote metalen kast heeft aan de voorzijde een opstap en een deurtje en aan de achterkant een donker raam. Het is onmogelijk om naar binnen te kijken en het blijft onduidelijk hoeveel er omgekeerd zichtbaar is. Twee ruitjes aan de voorkant blijken spiegeltjes te zijn. Vanuit de geïsoleerde positie binnenin de kast lijkt communicatie amper mogelijk; de deur is vergrendeld, de antenne op het dak is krakkemikkig en de bedrading is afgesneden. In dit verband is ook de Franstalige tekst op de rand boven het deurtje van betekenis. In vertaling staat er: ‘Hierin bereid ik mij voor om schaterlachend deze eeuw te verlaten.’ Het observatorium toont hiermee het isolement én de vrijheid van de kunstenaar die zich van de wereld keert, maar er zich tegelijk over uitspreekt. In deze introverte ruimte zoekt hij zijn toevlucht als om te schuilen voor een buitenwereld waarmee hij geen daadwerkelijk contact kan krijgen. Hij kan alleen nog maar in het landschap van zijn eigen verbeelding een houvast zoeken voor zijn beschouwingen. Wat ons rest is een wonderlijke kast, die ons met spiegelogen wezenloos aankijkt.