Thierry De Cordier

Oudenaarde België 1954, woont en werkt in Oostende

H.H.
1993
olieverf, lak op doek
30 x 200 cm
2003.TdC.05

Op het eerste gezicht biedt de langgerekte voorstelling een beeld van volstrekte leegte. Uiterst rechts is een inspringende wand te zien en door dit perspectivisch detail kunnen we in de voorstelling ook een lege nis herkennen waarvan de bodem met een witte doek is bedekt. Misschien is het wel een tombe waaruit de dode is verdwenen. De letters HH aan de onderrand van het kleed zijn de initialen van de beroemde zestiende-eeuwse schilder Hans Holbein. En hiermee wordt duidelijk dat De Cordier refereert aan een schilderij van Holbein met daarop de liggende Jezus na de kruisafname. Holbein schilderde het dode en geschonden lichaam van Jezus heel realistisch. De Cordier schildert de tombe, maar laat het lichaam achterwege. Met de wonderbaarlijke herrijzenis van Christus lijkt hiermee ook de illustere schilder voorgoed uit het beeld verdwenen. Beiden zijn zichtbaar onzichtbaar. De paradox van het verschijnen en verdwijnen is misschien wel het centrale thema in het werk van Thierry De Cordier.