Marc Mulders
, woont en werkt in Oirschot
Het oeuvre van Marc Mulders wordt bepaald door wat misschien wel het grote thema in de kunstgeschiedenis is: de eeuwige cyclus van leven en dood. De uitdrukking van leven en sterven, dood en herrijzenis, heeft in de westerse schilderkunst lange tijd centraal gestaan en Mulders plaatst zichzelf bewust in die traditie.
In de vroege werken van Mulders zijn vaak motieven te zien die direct uit de christelijk-religieuze traditie afkomstig zijn: de lijdende Christus, de kruisiging, de doornenkroon en de Piëta. Dikwijls refereerde hij daarbij aan het werk van kunstenaars voor wie hij ook in schilderkunstig opzicht grote bewondering heeft: Rembrandt, Mantegna, Dürer en Grünewald.
Na de doeken met meer uitgesproken religieuze thema’s ontstonden reeksen schilderijen van bloemen en dood wild, vissen en gevogelte. Mulders schilderde het wild niet als tafereel in de klassieke zin van het jachtstilleven of als een macabere voorstelling van vlees en bloed. Zijn doel was ook toen al niet zozeer de weergave, maar de transformatie van het leven in een dynamisch beeld. De schoonheid van het lichaam en de huid wordt als het ware in de verf herboren. Door de intensiteit van het schilderen, nat-in-nat en laag over laag, is een bijna fysieke relatie ontstaan tussen het onderwerp en de afbeelding. In Mulders’ eigen woorden: ‘het vlees wordt verf en de verf wordt vlees.’
Tegenover de onontkoombare sterfelijkheid toont de kunstenaar echter ook de schoonheid van het leven en Mulders’ schilderijen zijn vaak onbeschaamd mooi. Kwaststreek en lijnvoering zinderen van energie en expressie. Tot aan de rand van de esthetiek gaan de stillevens met bloemen. Knoppen, kelken en volle meeldraden getuigen van de zinnelijkheid van het leven. Ook deze pracht heeft echter een kortstondigheid die ons onze vergankelijkheid doet beseffen. Mulders schildert de natuur in alle stadia van bloei en verval. Hij schildert het leven als het in schoonheid openbarst en hij betrapt het moment waarop het zich te ruste legt.
Het huidige atelier van Marc Mulders is een stal temidden van velden vol wilde bloemen. Hij noemt zijn tuin ‘mijn eigen Giverny’, een verwijzing naar de beroemde tuinen van Claude Monet, een groot voorbeeld voor hem.
In zijn schilderijen, die in de loop der tijd steeds abstracter zijn geworden, volgt hij de loop van de natuur om hem heen: 'In de lente en de zomer snuif ik de geuren op. In de herfst schilder ik met de echo van die bloemenpracht in mijn hoofd. En in de winter word ik gedreven door het verlangen naar de nieuwe bloemen die zullen opkomen op mijn akker'.
Zie voor meer informatie de website van Marc Mulders.